Wat voorafging:
In maart van dit jaar heeft Maroeskja haar geliefde herder Ziva moeten laten inslapen. Roos adviseerde haar destijds nog even te wachten om nog iets van haar te kunnen horen omdat ze pas overleden was.
Maroeskja: “Graag zou ik nog eenmaal van haar willen horen: is ze nog bij me, zijn er nog dingen die ze me graag wil vertellen, hoe heeft ze haar leven bij mij ervaren, hoe gaat het nu met haar? Begreep ze mijn beslissing?”
Roos vertelt:
“Of ik wil zeggen dat het goed is wat je hebt gedaan tegen haar vrouwtje.”
Ziva vertelt dat ze best moe was. En vraagt of het vrouwtje die kleine in de gaten wil houden. Ze heeft het prima gehad bij jullie. Wat vond ze het leuk om mee te gaan! Ze laat mij ook een bal zien met een wegwerpstok en Ziva vond het leuk om te plagen en de sneppen (even uitleggen: net of ze bijten maar ze doen het niet echt, ze happen met de tandjes en lipjes).
Ziva kon soms de arm van Maroesjka pakken of haar trui. Ze wist ook precies wanneer jullie weg gingen. En ze vond het strand prachtig. Ze vraagt of jullie nog gaan opknappen of verhuizen. Ze heeft het nog over een zwerfpoesje wat ze heel erg leuk vond.
Ik moet jullie vertellen dat het zo goed is, want de medicijnen hielpen toch niet meer. En als ze hielpen was het maar voor even.
“Je hebt echt een goede beslissing genomen. En ja, soms ben ik nog steeds bij je. Vaak om het huis en bij de haard. Vrouwtje, je ziet mij ook soms, dan is het alsof ik voorbij schiet. Soms lig ik gewoon in de bijkeuken. Jullie zijn trots geweest op mij. Want ik deed best veel met jullie samen. Was leuk.”
Comments are closed.