Happy = 20 weken jong en woont bij Eva. De vraag die Eva bezig houdt is “Wat vind Happy van de fietskar?”
Roos zegt tegen Eva “Wat een blij ei is hij. En zo is het ook. Hij laat zien dat hij in rondjes danst. Graag wil hij spelen en hij vindt het fijn om bij jou te zijn.
Hij wil ook dingen ondernemen en hij gaat graag met je mee naar oma en opa. Die fietskar vindt hij wel spannend. Ik zag de fietskar in de kleur blauw, maar Eva vertelde dat de kar groen is. (Ter info: Honden zien de kleuren anders. Ze onderscheiden alleen primaire kleuren groen en rood).
Happy vertelt dat Eva creatief is. En ook daar wil hij graag bij zijn. Happy wil best veel leren, maar ook spelen. Tegen Eva: “Wat ik van Happy ook hoor is dat jij het liefst iets voor jezelf zou willen beginnen?”
Happy vertelt dat hij graag buiten is. “Oma is heel lief hoor, maar nee is nee. Ze zegt dan “Happy, néé!” En dan is haar stem ook heel anders. En opa draait dan zijn hoofd om, want die moet meestal lachen dan. Met de fietskar gaan we oefenen heeft het vrouwtje verteld. Misschien ga ik nog wel een keertje zwemmen. Nee, ik vind de fietskar niet eng, maar wel spannend. Mijn vrouwtje had het even over vakantie. Wat is dat?”
Tegen Eva zegt Roos: “Behalve dat Happy heel lief is (blij ei), is hij ook echt intelligent en hij begrijpt alles vrij snel. Geef hem hier wel de tijd voor Eva, naar mijn gevoel is Happy een superhond!”
Happy vertelde dat er iemand is die Eva heel aardig vindt! Dat heeft Roos aan Eva gevraagd maar dat weet Eva zelf (nog) niet.
Tot slot zegt Happy tegen Roos: “Wil je zeggen dat ik graag bij haar ben?”
Happy
Naschrift: Eva is blij te weten hoe Happy over die fietskar denkt. Daar heeft ze houvast aan.
Comments are closed.