Ik wil dit zelf vertellen en ik laat het door die Kleine opschrijven. Ik had jullie al verteld dat mijn vriend erg ziek was en dat de mensendokter eigenlijk niets meer voor die Lange kon doen. Omdat ze er nog niet zoveel van afweten volgens die Kleine dan. Ze wisten dat Aad heel snel een sterretje zou worden en over de regenboogbrug zou gaan. Hij wist dat Roos en ik samen met hem mee zouden lopen tot de brug.
Die Lange werd zo ziek dat hij naar het mensenziekenhuis moest. Die Kleine was heel erg veel bij mijn vriend, ze werd gebracht door vrienden, familie en buren. Maar mijn vriend wilde alleen maar naar huis. Ze stuurde elke dag een foto van mij naar mijn vriend en dan kreeg ik een berichtje terug en dat vertelde Roos mij.
Maar de mensendokters luisteren niet altijd goed. Gelukkig was er een dokter die dat wel deed. Wat waren die Lange en wij blij. Maar wat had hij een rare lucht bij hem, jasses wat vies! Ik dacht ga eerst maar even in de regenkamer staan vriend.
Die Lange was een paar dagen thuis toen het nog donker was en we een hele harde klap hoorden. Jeetje wat was die Kleine snel om te kijken wat er was gebeurd. Ik was alleen maar bang. Die Kleine heeft mijn vriend gevonden, hij was een sterretje geworden…Ik ben bij mijn vriend gaan zitten. Toen kwam de mamabuurvrouw voor die Kleine en voor mij. En de dokter kwam en zij vertelde ook dat die Lange een sterretje was geworden. Patrick en Tamara waren er ook zo.
Ik mocht overal bij zijn van Roos. Er kwam een meneer die met Roos ging praten. Ik ben nog met Roos naar Aad geweest en toen haalden ze mijn vriend weg. We zijn samen mee gelopen. Ik wilde ook in de auto springen maar dat kon niet zei meneer Bert. Ik mocht wel met de auto mee lopen. Toen die harder ging rijden wilde ik ook mee rennen, maar die Kleine zat vast aan het riempje. Ik heb zo hard getrokken dat ze viel…Meneer Bert heeft die Kleine geholpen hoor.
’s Middags mocht ik ook mee naar Aad en overal snuffelen en bij hem kijken. Ik wist nu dat hij echt een sterretje was geworden. Ik ben toen naar Patrick gegaan en heb die maar knuffels gegeven. Vond hij wel fijn. Toen we thuis kwamen waren Tanja en Harry en de mamabuurvrouw er. De volgende dag is die Kleine door tante Ellen gebracht en ook buurvouw Annemarie is mee gegaan naar mijn vriend.
Ik had al beloofd dat ik op die Kleine zou passen. Nou, nu helemaal. Waar zij is ben ik ook hoor! En omdat ik echt moet oppassen op haar, lig ik dus gewoon op de bank naast die Kleine en dat vindt ze prima. Ik mis mijn vriend erg, maar soms doe ik heel gek voor die Kleine in de tuin. Ze heeft doorverteld dat ik brutaal ben geworden sinds Aad een sterretje is geworden. Ik heb geprobeerd Harry zijn boterham te pikken en bij tante Gerda heb ik bijna met mijn lebber in de soep gezeten. Ben ook een beetje gaan bedelen. Die Kleine zegt van ’Hé tut, dat gaan we niet doen hoor!’ Nu dat kan ik niet beloven hoor, het is best leuk.
Ze zegt dat ik wel eerlijk moet zijn en ook vertellen dat ik soms nergens zin in heb. Ook niet om naar buiten te gaan. Die Kleine zegt dat dit heel normaal is en ik geloof haar.
Allemaal een lebber van mij,
Katrien
PS Die Kleine heeft gelijk als ze zegt ‘Pas goed op jezelf en op elkaar’.
Comments are closed.