Weten jullie dat ik het nog steeds raar vind allemaal? Soms staat hier best heel veel wind. En dan heb ik het gevoel dat ik elk moment omhoog kan gaan als een soort ballon. Maar dat kan niet hoor, want ik zit aan een touwtje.
Maar voor mij hoeft het allemaal niet, dit weer. Want ik ga gewoon in mijn achteruit staan. Ben nu een paar weken bij Roos en jongens, soms weet ze al wat ik wil gaan doen en dan heb ik nog niks gedaan! En dat vind ik niet leuk. Zegt ze soms ineens ‘Hee Gozert, vergeet dat maar!’. Weet je, ik heb best lang op mijn brokjes gestaan en op mijn vlees, maar nu krabbel ik best veel. Nu moet ik toch naar de dierendokter voor mijn prik en wil Roos gelijk vragen hoe het zit met het krabbelen.
De dokter is heel aardig en luistert naar de naam Mariska. Ze vond mij een grote knul maar ik moet wel een beetje aankomen vond ze, want ik was een beetje skinny. Om over het krabbelen terug te blaffen, ik moest ander eten gaan proberen, iets met zalm. Dus Roos heeft dat gekocht. Niet echt lekker hoor, maar ja ik krijg niks anders, zielig hè?
Hoor ik Roos ineens vertellen dat ik naar de trimster moet. Marian kwam ons halen. Marian is Roos haar privé ophaaldienst. Ze vindt mij een knapperd. Roos en Marian zijn vriendjes geworden, ook van mij hoor!
De knipmevrouw moest eerst heel veel weten over mij. Waar ik woonde, hoe oud ik was, mijn nummertje. Ze zei ‘Zo Bas, we gaan je eens effe mooi maken’. Eerst ben ik geschoren. Toen werden mijn nageltjes gedaan en toen moest ik in bad. En daarna kwam er een heel groot blaasding. Het is echt zo’n raar ding. Dit was geen goed plan, dus er werd een kleintje gepakt. Dit was een veel beter idee. Roosje was erbij gebleven, ze moest er even bij komen want er zat iets raars op mijn achterpoot. En dat is heel voorzichtig weggehaald en Roos zei even helemaal niks. Ze keek me aan met een blik van ’Ach mop toch. Een hand vol hond, 6 kilo, maar wat heb ik een mazzel met jou.‘
Ze vinden wel dat er een koppie op zit, maar als ik het niet wil, dan dóe ik het ook echt niet. Tante Barbara heeft ook zo’n hondje als ik. De volgende blog vertel ik daarover, eerst even aan tante Barbara vragen of dat goed is.
Nog zoiets, hebben jullie dat nou ook. In plaats van mij gewoon Bas te noemen, of Basje, of MENEERBAS zo nodig komt dit ook nog weleens een keertje langs; ‘Poeleke’, ‘Gozert’, ‘Knul’, ‘Muppet’ en weet je wat nog meer? ‘Schéétje’! Nu, hoe vinden jullie dat nu? Tegen míj, MENEERBASJE!! Zal ik het eens gewoon zeggen. Ik ben helemaal niet stoer. Alleen als er iemand voor de deur staat, dan ben ik stoer. Maar niet verder vertellen hoor. De volgende keer ga ik misschien verhaaltjes vertellen over andere kleine hondjes, als dat mag van hun mensen.
Dag allemaal,
Comments are closed.