Roos van den Berg
Dierentolk
Deel 1. Terugblik op het eerste ROUWJAAR
Mijn leven na het overgaan van Aad, mijn grote liefde.
Ik wil graag vertellen hoe het voor mij is geweest. En dat is zeker met vallen en opstaan. De eerste week leef je in overlevingsstand. Mensen zeggen dan tegen je ‘Als ik iets voor je kan doen, zeg het dan’ en ‘We zijn er voor je’. Dat klopt, zeker de eerste weken. Daarna verandert er iets: de ‘echte’ mensen blijven gewoon bij je komen, anderen weten ineens gewoon je telefoonnummer niet meer. Of ze zijn gewoon bang. Ik wil niemand beledigen, maar het is zoals ik het beleefd heb. Er zijn gelukkig ook nieuwe vriendinnen bij gekomen en dat is superfijn. En een aantal oude waar ik veel steun aan heb gehad zijn gebleven en tot op de dag van vandaag nog steeds in mijn leven.
Er was zelfs een vriendin die dacht ‘Als ze dat maar redt, die Kleine’. Maar stel dat het niet zo was geweest, dan had Aad me gewoon teruggestuurd en hij had gezegd ‘Hé joh, dat hadden we niet afgesproken’. En dat klopt. Ik heb hem ook beloofd om door te gaan. Maar mijn hemel, wat een geregel allemaal. Gelukkig heb ik daar hulp bij gehad van familie, een nichtje en een neef. De familie van Aad was ook erg verdrietig en kon alles niet aan. Heb echt met ze te doen!
De eerste drie maanden gingen goed. Dacht ik. Daarna kreeg ik een klap met de
rouwhamer. En mijn hele lichaam zei ‘Zo meis, tot hier en niet verder, nu doe je het
zelf maar’. Ik wist echt niets meer, ben voor mijn gevoel vier dagen op een andere planeet geweest. Gelukkig waren er toen vrienden voor mij. Ze gaven me hele goede tips, die ik ter harte heb genomen. De huisarts kwam thuis en hij zei “Vind je het gek na alles wat er gebeurd is? Ik niet. Want 2021 was gewoon een vreselijk k**t-jaar”. Maar gek genoeg gaat alles gewoon door.
Het eerste jaar heb ik ook hele mooie dingen meegemaakt. Vlinders op de gekste plekken. Lieveheersbeestjes die gewoon op mijn hand bleven zitten en mee naar huis gingen. Als ik iets kwijt was en vroeg ‘Hemel Aad, waar heb je het gelaten?’ hoorde ik hem zeggen ‘Joh, kijk effe in de kast’. En ja hoor, daar lag het! Op diezelfde plek trof ik briefjes van Aad aan die hij aan mij had geschreven. Ik las dat ik zelfstandig door moest gaan. Ik heb toen de fiets gepakt en ben een stuk gaan fietsen.
Nu er geen auto meer voor de deur staat ben ik voor het eerst met de regiotaxi gegaan. Prima hoor, maar dat wáchten, man! Als er een cursus geduld bestaat, vertel het me dan. Ik wist dat Aad en ik veel samen deden, maar nu merk je pas hóe veel dat was. We hebben in 50 jaar samen – waarvan 45 jaar getrouwd – veel beleefd. Sorry, ik spring van de hak op de tak. Omdat ik af en toe nog zo weinig geduld heb, kan ik gelukkig terecht bij mijn automaatje. Het is een schat van een meid, zij brengt me zo af en toe naar het ziekenhuis en daar ben ik erg blij mee.
Mijn andere grote liefde – Katrientje – verloor ik 9 maanden nadat Aad was overleden. Toen dacht ik echt ‘Als ik nu ter plaatse neerval vind ik het prima’. Nu, dat was dus niet zo.
Ik ben ook in dat jaar voor het eerst weer met vakantie geweest met een vriendin. Behalve erg gezellig was ik ook blij dat ze erbij was, want ik ben een behoorlijk slechtziend en zonder haar had ik vast een paar keer op mijn platte gezicht gegaan. Gelukkig hebben ze daar tegenwoordig mooie stokjes voor maar drempels en afstapjes kunnen soms best lastig zijn. Meestal zijn de treden niet verlicht. Ik hoefde daar nooit op te letten, dat deed die Lange altijd, maar ja dat kan nou niet meer.
Op Aad zijn sterfdag – het eerste jaar – ben ik naar de Binnenhaven gegaan in Zeewolde, een plek waar we samen graag kwamen. Ik ben er een hele tijd geweest en ook naar het stukje gelopen waar de pont altijd lag. Een oudere meneer liep daar met zijn hondje maar die hield mij constant in de gaten omdat ik zo dicht bij het water ging staan.
Ik liep ook nog naar het bankje, óns bankje. Maar niets was nog zoals het daarvoor was. Ook het bankje was niet meer hetzelfde. En ik dacht ‘Kom, ik ga langs het water terug naar huis’. Maar de tranen kregen weer de overhand en ik ben afgestapt want ik zag niets meer. Naast mij stond een auto. Daar stapte een meneer uit en die vroeg wat er aan de hand was. Hoewel ik hem echt niet kende vertelde ik toch waarom ik zo verdrietig was. Hij kwam gewoon naar me toe en gaf me een knuffel, zo aardig! Ik bedankte hem en hij stapte in zijn auto. Voordat ik er erg in had was hij verdwenen, net zo snel als hij er ook ineens stond. En, heel raar, maar zelfs toen, in oktober…..vlinders.
Waar ik ook echt veel last van heb gehad in het eerste jaar was schuldgevoel tegenover Aad. Alles wat ik leuk vond, daar schaamde ik me voor. Het kon toch niet dat hij was overleden en ik gewoon iets leuk vond…. Gelukkig is dat schuldgevoel weer verdwenen.
“Ondanks dat ik Aad niet meer vast kan pakken,
is hij nog steeds bij mij in de buurt”
Aad was nuchter, echt nuchter. Hij zou mij hebben aangekeken en gezegd hebben ‘Joh, gaan we weer normaal doen?’ Waar ik ook blij om ben is dat ondanks dat ik hem niet meer vast kan pakken, een zoen kan geven of een klap op zijn kont kan geven, hij nog steeds bij mij in de buurt is. En soms, heel soms, voel ik ook dat hij met zijn eigen reis begonnen is. Maar als het nodig is, is hij er gewoon.
Dit is zoals ik het eerste jaar heb beleefd. Het tweede jaar is totaal anders. Ook dit zal ik laten weten omdat ik het belangrijk vind.
Deel 2. Mijn tweede jaar als weduwe.
Zelf vind ik het woord ‘weduwe’ zo nadrukkelijk klinken. Het is zo en het kan niet worden teruggedraaid, helaas. Ik heb geprobeerd om mijn leven weer op te pakken en dat is ook gelukt, met vallen en opstaan. Ik ben met vriendinnen weg geweest en dat was echt superleuk. Zoals naar de Beeldentuin in Gelderland, naar een voorstelling in Zeewolde, muziek en kunst samen. De kunst en het praten met de mensen daar vonden we echt leuk, maar de muziek was voor ons niet om aan te horen. Of anders gezegd, het geluid van een krolse kat. Zelf noemden ze het vrije expressie, maar aan ons was het niet besteed. We zijn samen via de keuken naar buiten gegaan en we hadden zeker niet willen missen.
Ik heb nu een vriendenkring om me heen waar ik erg blij mee ben. Of ze nu in Zeewolde wonen of daarbuiten maakt op zich helemaal niets uit. En thuis heb ik ook weer een hondenvriendje. Basje is in mijn leven gekomen. Hij denkt wel af en toe dat hij heel groot is.
Ook zijn er een paar dingen veranderd. Door het slechte zien ben ik afhankelijker geworden van andere mensen. Dat is echt wennen, dat vrágen, ik word er niet goed van. Maar dat ligt niet aan die mensen, dat ligt echt aan mezelf. Een van mijn vriendinnen is een paar dagen bij me geweest toen ik werd geopereerd aan mijn oog. Superlief van haar, wat was ik blij dat ze er was. En ze hield me goed in de gaten. Ze heeft me nog geholpen met het huishouden want ik kreeg even geen hulp, dat was er simpelweg niet, net toen het echt nodig was.
Ben later met een aantal meiden gaan lunchen of gewoon een bakkie gaan doen, zoals bijvoorbeeld bij de oude Bieb. Door andere vrienden werd ik onverwachts mee uit eten gevraagd bij het wokrestaurant in Zeewolde. Met één van de meiden heb ik samen de tuin aangepakt en één heeft de straat schoon gespoten en de heg geknipt. Er was wel een tuinman geweest, maar die had geen spullen bij zich…Hij dacht dat ik ze wel zou hebben….Hij heeft alleen de heg aan de voorkant gedaan en vond het maar gek dat ik geen tuingereedschap had. ‘Ja natuurlijk, dan vraag ik om een tuinman’ zei ik.
Die Lange heeft altijd al veel voor me gedaan, maar tegenwoordig heb ik hulp voor die zaken. Nu, ik heb ze al in alle maten en vormen gehad, de hulpen. Sommigen lang en andere weer korter. Eén ervan is gewoon een hele leuke griet, heb soms dubbel gelegen om haar. Op een gegeven moment vraag ik aan haar ‘Wil je de trappen meenemen, met de stofzuiger?’. Kijk ze me aan en zegt ze ‘Alweer??? Die heb ik vorige week pas gedaan!’. Ik heb niets gezegd, alleen ‘Kom op meid, we gaan theedrinken’. De week erop vraag ik aan haar ‘Wil je de badkamer voor me doen?’ Zegt ze ‘De hele badkamer Roos?’ We hebben de badkamer met zijn tweeën gedaan. Vind het gewoon jammer dat ze weg is, want wat hebben we samen toch ook veel lol gehad. De hulp die ik nu heb is er voor vast. Ik ben blij met haar, ook zij is weer een leuk mens.
In de loop van dit jaar heb ik via Facebook een pagina voor weduwen en weduwnaars bezocht. Op die manier heb ik een aantal heren leren kennen. Gewoon voor gezelschap. Het waren er drie, uit verschillende windstreken. Eén meneer was echt gewoon aardig, maar de klik was er niet, tenminste niet voor een vriendschap.
Ik heb nog een krappe maand op een datingsite gestaan maar dat is me niet bevallen. Sommige mensen denken dat als je partner is overleden, je gelijk getroost moet worden. Maar dan wel op hún manier! Dat is echt een vervelende ervaring. Er zaten er een paar bij waarvan ik dacht ‘Doe effe normaal en loop je tollie niet achterna’. Ga dan lekker naar C&A of de Bijenkorf, daar hebben ze een draaideur met haar erop.
De meiden en ik hebben het hier ook weleens over. De meesten van ons waren ook zo lang bij hun man voordat ze weduwe werden. En vonden het – net als ik – best vreemd om opnieuw te beginnen en vroegen zich af of ze dat eigenlijk nog wel wilden.
Zelf ben ik ook veranderd. Trouwens, je moet wel. Je moet je mannetje gewoon gaan staan en zeker als je iets gedaan wilt hebben. Eigenlijk deed ik dat al, maar ik kon me dan verschuilen achter die Lange als het echt nodig was. Dit heeft toentertijd tot hele leuke en ook rare dingen geleid. Maar ja, dat kan nu niet meer.
Een aantal van jullie weten dat ik medium ben. Soms is dat handig en soms ook echt niet. Dan hoor ik Aad zeggen ‘Hé meid, je bent weer lekker bezig’. En als ik het te gek maak of dat het eigenlijk niet kan (voorbeeld, teveel lik op stuk geven aan iemand), dan hoor ik ineens ‘Hé, Hofland, zo is het wel genoeg, het kan wel wat minder’. Ik lijk dan op dat moment teveel op mijn moeder. En dan schiet ik in de lach, want ik besef het dan.
Weet je, stel dat ik in een hoekje zou gaan zitten, dan krijg ik zelfs nog een schop onder mijn kont van Aad. Denk nu niet dat ik nooit meer een dip heb, of een klap van de rouwhamer krijg. Die momenten zijn er echt wel hoor, maar het duurt gelukkig minder lang. Ik zal best wel dingen vergeten als het over mijn gevoel gaat in het tweede jaar. Maar waar ik blij om ben is dat het hier nog steeds de zoete inval is, ik vind dat toch bijzonder én hartstikke leuk.
Ik wil dit graag vertellen want er zijn zeker meer mensen die dit meemaken en in dezelfde situatie zitten als ik. Dus, gewoon doen.
PS: Er zijn ook een paar Facebookpagina’s voor weduwen en weduwnaars. En daar is veel begrip voor elkaar.
Roos